e zogenaamde benedenstad van Carcassonne is minder bekend dan de Cité, maar zeker ook een bezoek waard !

De andere naam van de benedenstad "la Bastide Saint Louis" afstamt van Koning Lodewijk de Heilige, die na de kruistocht tegen de Katharen, dit deel van Carcassonne stichte (1248) aan de linkeroever van de Aude rivier. De verbannen burgers die de kant van graaf Trencavel hadden gekozen tijdens zijn opstand in 1240, mochten zich hier komen neerzetten, en zo ontstond de benedenstad.

In 1355 tijdens de honderdjarige oorlog werd de benedenstad verwoest door de legers van de Zwarte Prins, de toenmalige Prins van Wales. Na diens vertrek werd de stad herbouwd en omringd met stenen muren.

De benedenstad is dus ook een middeleeuwse stad, al zijn er daar minder overblijfselen van die tijd dan in de Cité. La Bastide herbergt, en verbergt soms ook, een aantal monumenten en bezienswaardigheden die zeker de bezoek waard zijn, voor degenen die het "echte" Carcassonne willen ontdekken, het Carcassonne waar de "Carcassonnais" hun alledaagse leven voeren...

Wat onmiddellijk opvalt als je door de straten van de benedenstad gaat slenteren, is de perfekt regelmatige en geometrische stratenpatroon. Het komt door het feit dat de stad zich niet langzaam ontwikkelde, zoals de meeste steden, maar op een keer werd gesticht en gebouwd. Daarvan komt de naam "bastide" die vaak aan deze soort steden werd toegekend. Er bestaat een aantal zulke steden in het hele Zuidwesten van Frankrijk.

De benedenstad beschikte tot de 18de eeuw over een ommuring, net zoals de Cité, maar die werd afgebroken door bisschop Bazin de Bezons die ze vervangte met de huidige schaduwrijke Boulevards. Overblijfselen daarvan zijn de 3 bastionen (St Martin, Montmorency en La Tour Grosse) die uit de 16de eeuw dateren.

Plattegrond van de benedenstad

De Place Carnot, ooit Place aux Herbes genoemd (kruidenplein), ligt ten midden van de benedenstad en is het echte centrum van Carcassonne, met 3 keer per week een traditionele markt waar alle streekprodukten te vinden zijn, en in het midden een prachtige marmeren Neptunus fontein uit de 18de eeuw.

De Saint Michel kathedraal dateert uit het einde van de 13de eeuw en nam in 1802 de titel van kathedraal over van de Saint Nazaire basiliek in de Cité. Hij heeft mooie gebrandschilderde glasramen.

De Saint Vincent kerk dateert uit de 13de eeuw en is een grote gotische kerk (in de specifieke gotische stijl van de Languedoc gebouwd : het breedste gotische schip van Zuidfrankrijk). De toren, die van alle kanten van de stad te zien is, is 54 m hoog en zou als het symbool van de benedenstad beschouwd kunnen worden !

De stad telt ook een aantal kleine kapellen, zoals de Kapel van de Jezuïeten (17de eeuw), die onlangs geheel is gerestaureerd, en die nu is gewijd aan concerten (auditorium) en tentoonstellingen, de Kapel van de Karmelieten (13de eeuw), met zijn prachtige zijkapellen en moderne glasramen (nu ook bisschopszetel), de Kapel van de Dominicanen (19de eeuw), de kleine gotische Notre Dame de la Santé vlakbij de Oude Brug (14de en 15de eeuwen).

De Pont Vieux (Oude Brug) over de Aude is tot de negentiende eeuw de enige band geweest tussen de twee delen van Carcassonne. Hij dateert uit 1355 en is steeds nog in gebruik ! Vanuit de brug krijg je een prachtig uitzicht over de hele stad en de omgeving : ten noorden de Montagne Noire (Zwarte Bergen), ten zuiden l'Île du Roy (het Eiland van de Koning) in het midden van de Aude en de Pyreneeën, ten westen de Bastide en ten oosten de Cité op zijn heuvel, met de muren, torens, het kasteel en de basiliek...

Ook niet te missen zijn de talloze hôtels particuliers (herenhuizen) van de Bastide. Van de middeleeuwen tot de Franse Revolutie (einde van de 18de eeuw) was Carcassonne beroemd in Frankrijk en over de zeeën voor zijn textielindustrie.

Deze industrie was een echte goudmijn voor enkele ondernemersfamilies die reusachtige fortuinen konden opdoen...Ze lieten dan overal in de stad hun grote huizen bouwen. De meeste zijn er nog, niet allemaal in goede staat bewaard... maar ze getuigen nog van de rijkdom en welstand van Carcassonne. De Hôtel de Rolland (18de eeuw) is het mooiste voorbeeld van die grote herenhuizen, met zijn prachtige gevel. Het is de huidige "Hôtel de Ville" (stadhuis).

Andere huizen uit de 17de en 18de eeuwen, die in een typisch klassieke stijl werden gebouwd : Hôtel de Murat (nu zetel van de kamer voor Koophandel), Hôtel de Roques Guilhem, Hôtel de Roux d'Alzonne, voormalige Bisschoppelijk Paleis (nu prefectuur van het Aude departement). De Hôtel de Saint André is wat ouder (einde 15de - begin 16de eeuw), en bezit een gotische deur in het binnenhof. De Hôtel de Saint Martin dateert uit hetzelfde tijdperk en bezit een prachtige wachttoren, die jammer genoeg vanaf de straat niet te zien is.

Het Museum voor Schone Kunsten, voormalige Présidial (Paleis van Justitie) en gevangenis, bezit een interessante verzameling van schilderijen uit de 17de en 18de eeuwen (vooral Vlaamse, Hollandse en lokale meesters).

Ten slotte kunnen we nog enige woorden toevoegen over de Porte des Jacobins, de zuidelijke stadspoort uit de 18de eeuw, die een middeleeuwse poort vervangt. Bisschop Bazin de Bezons, die de oude ommuring liet afbreken, wilde 4 grote monumentale stadspoorten bouwen, maar de zuidelijke was de enige die eindelijk tot stand kwam.

Aan de noorderzijde van de Bastide ligt de mooie jachthaven op het Canal du Midi, met zijn sluizen. Carcassonne is inderdaad één van de belangrijkste etappes op het kanaal, tussen de Lauragais en de Minervois streken.

 

 

Carcassonne > Bezichtiging > benedenstad
Gulden Boek