e hoofdingang van de Cité is de Porte Narbonnaise. De ophaalbrug en zijn halfronde verdedigingstoren maken deel uit van de buitenste ommuring.

De meeste bezoekers komen de vestingstad binnen via de hoge toren en de ophaalbrug bij de poort. Naast de twee hoge torens van de Porte Narbonnaise staat ook de Tour du Trésau, die beschikt over eigen put en keuken. Deze torens dateren uit het einde van de 13de eeuw, toen de Fransen Carcassonne veroverden.

De Grand Puits (grote put) dichtbij het kasteel is meer dan 40 m diep. Deze indrukwekkende diepte heeft natuurlijk aanleiding gegeven tot vele legendes... de duivel zou er wonen, een schat zou ook op de bodem liggen... maar er is er nooit iets gevonden !

 

 

De vesting zelf bestaat uit twee lange omwallingen, de binnenste en de buitenste muren. Om een goede indruk te krijgen van de hele vesting is het aan te raden om eerst een wandeling te maken in de Lices.

De "lices" is die ruimte tussen de twee muren. De gehele ommuring is bijna 3 km lang en heeft 52 torens.

Deze reuzachtige vesting wordt in twee gedeeld : de noordelijke ommuring (Lices basses), die grotendeels uit de romeinse tijd dateert, en de zuidelijke ommuring (Lices hautes), die uit de 13de eeuw dateert.

De stijl van de torens in de Lices basses (noorderzijde) is typisch van de gallo-romeinse bouwkunst : platte dakken bedekt met dakpannen, en grote openingen geschikt voor romeinse wapens (werpspiets).

De stenen zijn klein en worden afgewisseld met lagen baksteen.

Integendeel zijn de muren en torens aan de Lices hautes (zuiderzijde) van de Cité hoger en typisch middeleeuws. Meerdere van de hoge torens waren opgebouwd met de bedoeling als onafhankelijke vestingen te kunnen weerstaan. De Tour de la Vade en de Tour St Nazaire (die één van de stadspoorten is) zijn daar goede voorbeelden van.

Het Gravenkasteel werd in de 12de eeuw door de Trencavel, toen burggraven van Carcassonne, gebouwd. Het gebouwencomplex is in de loop van de eeuwen nogal veranderd. Het maakt sinds de uitbreiding door de Franse koningen deel uit van de stadsmuren. Oorspronkelijk was het kleiner. Het kasteel is een "vesting binnen de vesting" met zijn indrukwekkende verdedigingsaanlagen. Een halfcirkelvormige toren en een brug beschermen de ingang tegen de stad zelf. De Tour Pinte is de hoogste van de vesting en domineert de hele regio. Het kasteel heeft ook twee binnenhoven : de "erehof" en de "zuiderhof". Er is een museum in het kasteel gehuisvest met onder andere interessante romeinse en middeleeuwse beeldhouwwerken, sarcofagen, en een tentoonstelling over de restauratiewerken uitgevoerd door Viollet le Duc in de 19de eeuw.

Achter het kasteel aan de kant van de rivier Aude en de benedenstad staat een van de stadspoorten, de Porte d'Aude. Vlakbij kunt u de Tour de l'Inquisition ook bekijken (toren van de Inquisitie), die de zetel was van dit kerkelijke gerecht. De Tour de l'Evêque (toren van de bisschop) is een hoge rechthoekige toren die op de twee muren werd gebouwd en die de "lices" zo gemakkelijk kon afsluiten.

Ooit telde de Cité vier kerken, maar drie werden vernield. Nu blijft over de oude St Nazaire basiliek, die tot 1802 de kathedraal van Carcassonne is geweest (de bisschopszetel zit nu in de benedenstad).

De bouw van de kathedraal begon in 1096 en werd door paus Urbanus II gewijd. Aan het einde van de 13de eeuw werden er aan het romaanse schip een gotisch koor en transept gebouwd. De gebrandschilderde glasramen in het koor dateren uit de 13de en 15de eeuwen en behoren tot de mooiste van Frankrijk. De twee grote roosvensters dateren ook uit deze periode. In het noordvenster is Maria afgebeeld, in het zuidvenster Christus.

Andere bezienswaardigheden in de basiliek zijn de zijkapellen met graven van bisschoppen, de "pierre du siège" (steen van het beleg), 13de eeuw, die de belegering van Toulouse door Simon de Montfort toont, en een prachtige Pietà uit de 16de eeuw die al zijn kleuren heeft bewaard.

Naast de basiliek is er de openluchttheater, die in 1907 werd gebouwd op de plaats van een middeleeuws klooster. Daar hebben ieder jaar het zomerfestival (in juli) en het middeleeuws festival (in augustus) plaats.

U moet zeker door de smalle middeleeuwse straatjes slenteren, om de sfeer van de Cité te voelen. De Place Marcou is het plein waar alles gebeurt ! Het is vol restaurantjes, waar u waarschijnlijk de specialiteit van de streek zal kunnen proeven : de cassoulet !

Het Huis van de Inquisitie is één van de oudste van de bovenstad, zoals het huis in vakwerk dat staat tegenover de basiliek en de Hôtel de la Cité.

De Hôtel zelf werd in neo-gotische stijl gebouwd op de plaats van het voormalige bischoppelijk paleis.

Carcassonne > Bezichtiging > bovenstad
Gulden Boek